Mammie en het Nest aan de Stadswal

Verhalen uit Heukelum voor kleine en grote oren
Auteur: Wilco & Copilot Stijl: geïnspireerd door Annie M.G. Schmidt

🦢 Hoofdstuk 1: Het nest aan de stadswal

In Heukelum, waar de Linge glinstert en de huizen giechelen in de zon, woonde Mammie de Mammoet.
Niet in een gewoon huis hoor—ze paste daar niet in.
Mammie woonde in een hol onder de stadswal, met een dekentje van mos en een kussen van pluimen.
En als ze sliep, snurkte ze zachtjes. Als een bromtol op vakantie.

Op een ochtend hoorde ze plons!
Niet zomaar een plons, maar een zwaanachtige plons.
Ze stak haar slurf uit het hol en tuurde over de gracht.
Daar dobberde iets wits. Iets groots. Iets sierlijks.

“Wat zie ik daar?” bromde ze. “Een zwaan? Twee zwanen? En… vijf pluizige pluizenbolletjes?”

De zwaantjes piepten. De stad fluisterde.
En Mammie glimlachte. “Oude tijden herleven,” zei ze.
Want waar zwanen landen, daar begint iets moois.


🍪 Hoofdstuk 2: De koekjes van Mammie

“Er moet iets lekkers komen,” zei Mammie. “Iets feestelijks. Iets met kruimels!”

Ze trok haar schort aan—gemaakt van een oud picknickkleed met kersenprint—
en begon te roeren met een tak.
Paardenbloemen, brandnetelbloesem, een snufje zonnestraal… koekjes!

De kinderen smulden. “Mammie, je bent een koekjeskampioen!”
Maar de zwaantjes? Die dobberden weg. “Bah,” piepten ze.

Een meisje fluisterde: “Ze lusten alleen waterkers.”
Dus Mammie bakte opnieuw. Waterkerskoekjes met een vleugje gracht.

En ja hoor—de zwaantjes smulden. Eén deed zelfs een koekjesdans.
Sindsdien bakt Mammie elke week koekjes.
Voor kinderen, voor zwanen, en soms voor de burgemeester.
Maar die lust alleen servetten.


🐘 Hoofdstuk 3: Mammie past niet in een huis

De burgemeester kwam langs. “Mammie, je krijgt een huis!”
Maar Mammie paste niet in een flat. Niet in een molen. Niet in het kasteel.
Zelfs een tent vloog weg toen ze nieste.

Uiteindelijk kroop ze terug in haar hol onder de stadswal.
“Ik heb geen dak nodig,” zei ze. “Ik heb de lucht. En de wind. En de zwaantjes.”

De burgemeester knikte. “Dan maken we een brievenbus voor je in de boom.”
En zo kreeg Mammie post.
Kaartjes van kinderen. Uitnodigingen voor picknicks.
En één liefdesbrief van een olifant uit Zaltbommel.


🦣 Hoofdstuk 4: De zwanenparade

“We willen een optocht!” piepten de zwaantjes. “Een echte parade!”

Mammie maakte hoedjes van riet en linten.
De kinderen versierden de brug. De kikkers floten.
En meneer Van Dichtbij? Die mopperde. “Ik ben allergisch voor veren!”

Tot hij een hoedje kreeg. Met één veer. En een lint.
Hij lachte. De parade begon.

De zwaantjes waggelden. De kinderen dansten.
En Mammie liep voorop, met haar slurf in de lucht en een riethoed op haar hoofd.

“Dit,” zei ze, “is hoe je een stad laat glimlachen.”


🧺 Hoofdstuk 5: De picknick op de brug

“Morgen wordt het warm,” zei Mammie. “Tijd voor een picknick!”

Ze schreef uitnodigingen op bladeren en liet ze drijven in de Linge.
Iedereen kwam. Zelfs de vissen. Zelfs de zwaantjes.

De kinderen brachten taart. De burgemeester bracht servetten.
Mammie bracht soep van paardenbloemen en limonade met een rietje zo lang als haar slurf.

“Welkom op de brug!” riep ze. “Hier eten we, lachen we, en vertellen we verhalen.”

Toen de zon zakte, lagen de kinderen in een kring.
De zwaantjes sliepen op hun rug.
En Mammie snurkte zachtjes. Als een bromtol op vakantie.


🪶 Hoofdstuk 6: Het pluimenprobleem

De zwaantjes begonnen te ruien.
De gracht lag vol dons. De stad dacht dat het sneeuwde.

Mammie plukte de pluimen, naaide ze met spinrag, en maakte dekens.
Zacht. Pluizig. Donzig.

Die nacht sliep heel Heukelum onder een deken van dons.
De kinderen droomden van vliegende zwanen.
En Mammie? Die snurkte zachtjes. Als een bromtol op vakantie.


🏰 Hoofdstuk 7: Het geheim van het kasteel

Mammie vond een geheime deur in het kasteel.
Achter die deur zat een kamer vol herinneringen.
Schilderijen van zwanen. Een brief van Jan van Arkel.
En een spiegel die fluisterde: “Welkom terug.”

Mammie glimlachte. “Ik ben nooit weggeweest.”

Ze nam een veer mee. Goud. Glanzend. Echt.
Sindsdien draagt ze die veer.
Niet als versiering. Maar als herinnering.


🌙 Hoofdstuk 8: Mammie droomt van vroeger

Die nacht droomde Mammie.
Ze danste op de Linge met een zwaan met een kroon.
Ze bouwden een nest van sterren. Ze zongen in de mist.

Toen ze wakker werd, lag er een veer op haar kussen.
Goud. Glanzend. Echt.


🐣 Hoofdstuk 9: De kleine zwaan met grote dromen

Eén zwaantje droomde van vliegen.
“Zwanen vliegen pas als ze groot zijn,” zei Mammie.
“Maar ik ben al groot vanbinnen!” piepte hij.

Mammie bouwde een springplank van takken en hoop.
En op een dag… vloog hij. Niet hoog. Niet ver. Maar wel met zijn hart.

“Groot zijn,” zei Mammie, “dat zit niet in je vleugels. Dat zit in je dromen.”


🎉 Hoofdstuk 10: Het feest van de veer

De stad besloot: er moest een feest komen.
Voor de zwanen. Voor Mammie. Voor het nest aan de stadswal.

Er kwamen lampjes in de bomen. Muziek op de brug.
En taart in de vorm van een veer.

Mammie kreeg een kroon van riet. De zwaantjes kregen linten.
En de kinderen kregen verhalen.

Want in Heukelum, waar de zwaan landde en de mammoet woont,
is elke dag een beetje feest.

0
0

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *